Bij het ontwerp van de V200 was men uitgegaan van het idee om 2 motoren die ook gebruikt werden in de serie V80 in één locomotief te plaatsen. De type aanduiding
Terug naar Personentreinen zou dan V160 worden, maar inmiddels waren er sterkere motoren ontwikkeld met een vermogen tot 2000 pk. De type aanduiding werd zodoende V200 en na 1968 V220.
In 1953 werd de eerste loc, V200 001, getoond op de Verkehsrausstelling in München. De bouw en de inzet van de serie V200 was het einde van de ontwikkeling van nieuwe stoomsneltreinlocs. Met de eerste vijf V200’en werden uitgebreide proefritten gemaakt. In 1956/1957 werden door Krauss-Maffei en MaK (20 exemplaren) de locs V200 006-055 gebouwd. Het vermogen van deze locs was 2200 pk. Ze werden in gezet voor F- en D-treinen. Hun maximumsnelheid was 140 km per uur. In 1959 bouwde Krauss-Maffei nog eens 31 locs: de V200 056-086.
In 1962/1963 werd een vervolg op de serie V200 gebouwd. Dit werd de serie V200 100-150 (na 1968 221). Deze sneltrein locs hadden een vermogen van 2700 pk. Om het machinistenhuis ruimer te kunnen maken, hebben deze locs een steilere neus dan die van de eerste serie. Alle V200’en waren voorzien van een stoomketel om rijtuigen te kunnen verwarmen. In hun laatste jaren kwamen de locs terecht in de goederendienst. De laatste locs reden in het “Rhurgebiet” en gingen in 1988 uit dienst. Enkele locs zijn bij Duitse musea bewaard gebleven.
V300
In 1957 bestelden de Joegoslavische spoorwegen (JZ) een zesassige variant van de V200. Deze waren bestemd voor de staatstrein van president Tito. Motorisch waren deze drie locs gelijk aan de V200, maar om de aslast te verminderen werden er drieassige draaistellen gebruikt. Behalve deze drie locs bouwde Krauss-Maffei op eigen kosten een vierde loc, waarbij het motorvermogen door middel van turbo-intercooler was verhoogd van 1100 naar 1500 pk. Deze loc werd gehuurd door de DB en droeg daar het nummer V300 001 (later 230 001). In 1975 is de loc buiten dienst gesteld. Daarna kwam de loc in Italië terecht, maar ze voldeed niet en keerde in 1980 terug. Vervolgens werd de loc gesloopt.
(tekst Nico Spilt)