Planning landschapsbouw

Brochure Landschapsmodelbouw
Planning

Van voorbeeld naar model
In het begin was er de werkelijkheid van het echte landschap; het voorbeeld….!
Of te wel, voordat we een (deel van) een modelspoorbaan gaan ontwerpen of bouwen, was er een idee / een beeld van hoe het er uit zag en hoe het zou moeten worden. Als het idee was; hoe krijg ik zoveel mogelijk spoor en zoveel mogelijk rijmogelijkheden/treinen op een beperkte ruimte, dan kunnen we kort zijn: er is geen voorbeeld in de werkelijkheid te vinden. Een ontwerp voor  een (te) kleine ruimte/ oppervlak is al moeilijk genoeg, maar wordt – hoe legitiem ook- als het geheel wordt vol gebouwd niet meer dan een fantasie, die weinig met de werkelijkheid of met modelspoor van doen heeft. De leidraad is; minder is meer, (anders gezegd ‘in de beperking toont zich de meester’ of ‘small is beautiful’!)
In deze handleiding gaat het om de benadering van de werkelijkheid als voorbeeld voor het modellandschap en daarin -en op volgend- het modelspoor ontwerp. In theoriewas daarbij het (model) landschap er eerst en is de (model) spoorlijn pas veel later in het landschap aangelegd. In die lijn moeten we bedenken hoe ons landschap (echt of verzonnen) vorm heeft gekregen in de loop der tijden. Daarbij gaat het om de ontwikkeling van het landschap in geologie/geografie, ecologie, cultuur/ landgebruik/ bebouwing, etc. Het maakt daarbij niet uit of het voorbeeld een ‘echt’ bestaand landschap is, of door ons zelf verzonnen; het ‘verhaal’ moet kloppen.
Dat ‘kloppen’ betekent in onze modelspoor werkelijkheid, dat een modelspoortracé, bruggen, tunnels, etc. in het landschapsverhaal moeten passen. Zo –en niet anders-  is het spoor ingepast in het bestaande landschap.
Maar; in onze modelspoor ‘werkelijkheid’ is het in de praktijk natuurlijk precies andersom; we hebben een door ons zelf ontworpen, uitgewerkt/gewenst baan/spoor ontwerp, en onze ontwerp opgave is dus om de echte ’werkelijkheid’ van het landschap, etc. in ons modelspoorbaan ontwerp en de uitvoering daaraan aan te passen, met alle noodzakelijke beperkingen en compromissen.
Deze ‘omgekeerde’ werkelijkheid is dan ook de rode draad bij het ontwerpen van een modelspoorbaan in een ‘bijpassend’ modellandschap.
Bij het ontwerpen van een modelspoorbaan, ook al is het een eigen ‘fantasie’, is het dus wenselijk en nodig om te kijken naar de werkelijkheid. Het grote voorbeeld is letterlijk en figuurlijk het voorbeeld en de inspiratie voor het model. De werkwijze daarbij is een beschouwing en studie in voortdurende wisselwerking tussen werkelijkheid en model; dit geldt zowel voor het landschap/ bebouwing als het spoor/tracé.
Schematisch ziet dat er b.v. zo uit:
­voorbeeld landschap       ⇔     voorbeeld spoor  ­
⇓    idee landschap           ⇔     idee spoor
⇓    landschapsplan          ⇔     sporenplan
⇓    landschapsontwerp   ⇔     sporenontwerp
⇓    voorbeeld                     =      model

Dus de wisselwerking begint met het  bekijken en bestuderen van de werkelijkheid van het spoor in het landschap. Daarna volgen de eerste ideeën over (model)landschap en spoor. In een voortdurende wisselwerking en vergelijking met het voorbeeld / de werkelijkheid, wordt het landschaps-/ sporenplan ontwikkeld. Na opnieuw vergelijken; verbetering en correctie kan het geheel worden uitgewerkt in het landschapsontwerp en sporenontwerp.
Daarmee is in principe het planningstraject doorlopen: van voorbeeld naar model.
Copyright © 2001-113 Fred Baerselman All rights Reserved.

>> Terug