Op veel Europesche netten reden rond 1900 locomotieven van het type 230. Deze werden vooral ingezet bij lichte reizigerstreinen op secundaire lijnen.
De Pruisische P8 was een van de meest geslaagde stoomlocs. Een prototype trok in augustus 1906 een lading van 450 ton met een snelheid van 50 km/u een helling van 1% op. De machine haalde met een lading van 520 ton een snelheid van 75 km/u. Deze loc moet een vermogen van ongeveer 2000 pk hebben gehad.
Deze serie werd vanaf 1908 door diverse Duitse firma’s vervaardigt; Borsig, Henchel, Schwartzkopff en Vulkan. Van dit type machine werden er meer dan 3700 gebouwd, waarmee het de meest omvangrijke serie ter wereld werd.